Generaal Lewis H. Brereton (links) was bevelhebber geworden van de First Allied Airborne Army bij de oprichting begin augustus 1944. Hier praat hij met de CO van de 43th Troop Carrier Group, die de vliegtuigen van de 101st Airborne zal leiden. De andere persoon is CO van het 327th Glider Infantry Regiment, kolonel Joseph Harper.

De start was het veroveren van de bruggen over het Albert- en het Maas-Scheldekanaal (tegenwoordig bekend als Kanaal Bocholt-Herentals), beide in België. Het XXX Corps lukte dat begin september, maar de tegenstand was fel en liet zien dat de Duitse weerstand na de aftocht aan kracht had gewonnen. Hier steken troepen de Schelde over op 19 september 1944.

De John Frostbrug bij Arnhem. In september 1944 bleek deze brug 'een brug te ver' en liep de Britse opmars vast. Het XXX corps kwam niet verder dan Nijmegen. Deze brug is genoemd naar de commandant van de Britse troepen, die deze brug wisten te bereiken.

Het 501st PIR landde grotendeels bij Veghel op DZ 'A' en om 15.00 uur had het reeds de vier bruggen in handen die het doelwit waren. Tegen de avond nam het regiment stelling om de stad te verdedigen. Het 502nd PIT landde op DZ 'B' en legde beslag op Sint-Oederode en de brug over de Dommel. Een deel van het 3rd Battalion veroverde de brug bij Best, maar werd teruggedrongen door een sterke tegenaanval. Het 506th PIR landde op DZ 'C'. Nadat ze zich een weg hadden gebaand naar de drie bruggen over het Wilhelminakanaal bij Son, troffen ze die opgeblazen aan. Dit maakte de brug bij Best cruciaal en er werd hevig slag om geleverd.

De ravage na een botsing in de lucht tussen twee Waco's.

Deze dokterswoning in Veghel diende als HQ van het 501st PIR. Inzet links: gedenkteken in Best voor lt.-kol. Robert C. Cole die een Medal of Honor kreeg bij Carentan. Hij sneuvelde in de strijd op 18 september 1944 en ligt begraven op de Amerikaanse begraafplaats te Margraten. Inzet midden: het monument voor de 101st Airborne in Son. In de tuin (inzet rechts) staat het Kangaroo monument (Kangaroo was de zendercode van het 101st Airborne).

De brug te Son anno nu. De Liberation Route begint in Normandië en loopt via Nijmegen en Arnhem richting Berlijn. Er liggen 82 keien op verschillende locaties in de regio. Inzet: de kei bij de brug te Son.

De Parachutist in Son. Op de plaquette staat (in het Engels): 'Bevrijd op 17 september 1944 door het 506 PIR en onderdelen van de 326th Airborne Engineers. Deze plaats was de commandopost van de 101st Airborne Division tijdens de eerste drie dagen van de Hollandse veldtocht. De 506th Parachute Field Artillery en het 81st Airborne AA Battalion weerstonden elke aanval op deze stelling van D-Day tot D+3 waardoor hier het Division HQ kon worden gevestigd dat zo nodig was om de missie te laten slagen...'

Ter nagedachtenis aan Joe Mann, 502nd PIR, die op 9 september 1944 in Best een Medal of Honor kreeg nadat een granaat vlakbij neerkwam. Hij riep 'granaat' en wierp zijn lichaam erop.

In Eindhoven werd de 101st opgehouden door twee Duitse 88 mm kanonnen bij de kruising Kloosterdreef-Woenselsestraat. Eén werd uitgeschakeld door het 506th PIR; deze werd door de bemanning onklaar gemaakt voordat ze zich overgaf. De voorhoede van het XXX Corps bereikte Eindhoven in de middag van 18 september 1944.

Een Sherman tank in Son. Ervoor slepen Duitse krijgsgevangenen een Wehrmacht-handkar voort, 20 september 1944.

Het 14th Field Sqn RE legde de brug bij Son opnieuw aan in de nacht van 18 op 19 september 1944, waardoor de Grenadier Guards naar Grave konden, 36 uur achter op schema.

De Nederlandse boeren Driek Eykemans en Toon Wervoort geven glidermannen een lift. De pijproker is Jaap Bothe, een van de vijf Nederlandse commando's van No. 2 (Dutch) Troop van 10 (Inter Allied) Cdo. Veghel, 18 september 1944.

Volgens 'After the Battle' zijn deze foto's genomen op 19 september 1944. Het betreft het neerstorten van de Skytrain van 1st lieutenant Jesse M. Harrison van de 435th Group tijdens de tweede golf droppings.

Generaal Mc Auliffe houdt een peptalk tegen de crews van de tweede golf. Deze commandant van de artillerie van de 101st Airborne werd assistent-divisiecommandant toen Don Pratt sneuvelde op 6 juni 1944. Hij is bekend geworden door zijn antwoord 'Nuts', toen de omsingelde verdedigers van Bastogne werd voorgesteld zich over te geven aan de Duitsers.

Sherman tanks van het 44TRT opgesteld in Veghel op 21 september 1944. Het 44TRT ondersteunde de 101 Airborne in de strijd om de controle te houden over Hell's Highway. Er werd voortdurend zwaar gevochten rond Veghel, Eerde en Sint-Oederode, waarbij de weg werd afgesneden op 24 september 1944 en weer heroverd op de 25e en de 26e.

Hell's Highway bij Son op 20 september 1944. Tijdens operatie Market Garden hadden luchtlandingstroepen strategische bruggen veroverd. Grondtroepen moesten vervolgens naar het noorden trekken over een smalle tweebaansweg. Dit maakte hun voortgang kwetsbaar voor tegenaanvallen op beide flanken. Al snel kwamen de grondtroepen bloot te staan aan een constant, dodelijk vuur. De route werd daarom bekend als ‘Hell’s Highway’. Operatie Market Garden was erg afhankelijk van luchtlandingstroepen die een hele serie strategische bruggen over rivieren en kanalen in handen moesten krijgen en voor korte tijd zien te behouden. Het kon van deze troepen niet verwacht worden dat ze lang zouden standhouden. De parachutisten waren licht bewapend en hadden beperkte voorraad. Dit maakte hen uiterst kwetsbaar voor gepantserde eenheden van het Duitse leger. Het was daarom van vitaal belang om deze troepen zo snel mogelijk te ontzetten.
Deze opdracht werd gegeven aan het Britse 30e Legerkorps onder leiding van generaal Horrocks. Vanuit een klein bruggenhoofd over het Maas-Schelde kanaal in België lanceerde het Legerkorps zijn aanval. Het eerste doel was om binnen een dag de luchtlandingstroepen bij Eindhoven te ontzetten. De troepen in Arnhem die het verst weg waren, zouden op z’n laatst na vier dagen worden ontzet. Deze doelen werden niet gehaald. De opmars van de grondtroepen verliep over een smal front, een tweebaansweg die naar het noorden liep. Dit maakte het 30e Legerkorps uiterst kwetsbaar door herhaaldelijke en felle Duitse tegenaanvallen. De opmarsroute lag constant onder moordend vuur. Velen lieten het leven. De Britten en Amerikanen noemden de weg al snel ‘Hell's Highway’.
De tegenslagen stapelden zich op en vertraagden de opmars van de grondtroepen. Het resultaat was dat ze niet in staat waren de luchtlandingstroepen in Arnhem te ontzetten. Hierdoor mislukte Market Garden.

Parachutisten van de 101st Airborne Division komen langs een brandende truck in Veghel op 21 september 1944. De gevechten langs Hell's Highway maakten de aanvoer van versterkingen lastig.

Britse trucks van het XXX Corps komen op 25 september 1944 weer op gang. De Duitse aanvallen bij Eerde en Koevering op de 24e hadden de weg tijdelijk afgesneden, waardoor Duitse tanks de colonne trucks kapot konden schieten. Zo'n 30 vrachtauto's van het 536th Coy en RASC kwamen langs de weg terecht, alsmede enkele trucks met terugkerende gliderpiloten van de 313th Troop Carrier Group.

Een Sherman tank die is uitgeschakeld op 25 september 1944 bij Koevering door een Duitse Jagdpanther.

Het 1st Battalion, 501st Parachute Infantry Regiment (PIR) vocht een bloedige slag uit bij Eerde, ten zuidwesten van Veghel. Hier laten ze wat trofeeën zien.

Monument voor de 82nd Airborne Division bij de brug te Grave.

De brug over de Maas bij Grave werd in 2004 genoemd naar lt. John S. Thompson.

Kazemat Zuid, een van de twee bunkers die de zuidzijde van de brug verdedigden. De twee bunkers werden in 2011 geopend als museum.

De 82nd Airborne Division onder leiding van brigade-generaal James M. Gavin, landde ten noordoosten van de 101st om de bruggen bij Grave (over de Maas) en Nijmegen (over de Waal) de veroveren. De precisie van de dropping bij Grave was goed, slechts 550m ten zuidwesten van de brug, die snel in handen viel van het peloton van lt. John S. Thompson van E Coy, 504th PIR. De 82nd zou het tegen herhaalde aanvallen verdedigen. De vitale Waalbrug bij Nijmegen was echter nog in Duitse handen. De Household Cavalry van het XXX Corps bereikte de Graafse brug om 8.30 uur op 19 september 1944., goed opgeschoten vanuit Son, maar de Waalbrug bij Nijmegen viel pas om 18.30 uur op 20 september 1944. Deze vertraging bleek cruciaal voor de hele operatie.

Het XXX Corps beleefde een logistieke nachtmerrie. Ruim 20.000 voertuigen moesten in drie dagen tijd 100 km afleggen. De twee rijbanen, vaak met greppels erlangs, waren ideaal voor vertragingsacties. Daar kwam in grotere plaatsen nog de juichende menigte bij die de kolonne ophield. Maar ondanks de problemen bij de brug te Son betekenden de heldendaden van de 101st Airborne bij Veghel en de 82nd bij Grave dat de Grenadier Guards op 19 september 1944 in Nijmegen waren. Weliswaar achter op schema, doch slechts 15 tot 20 km van Arnhem.

Bij een van de landingsterreinen een paar kilometer verderop staat een gedenkteken voor de 82nd Airborne Division.

Brigade-generaal Gavin, commandant van de 82nd Airborne Division, doet zijn parachute aan. Let op zijn M1 Grand-geweer en uitrusting op de grond.

James Gavin aan boord. Links zit kolonel John Norton, de Division G-3 (officier operaties); naast hem zit kapitein Hugo Olson, Gavin's adjudant. Beiden dragen SCR-536-walkietalkies voor communicatie na de sprong.

Een laatste briefing. Let op het kledinginsingne van de 82nd Airborne op de linkerschouder van de officier, zijn M1 Garand-geweer en de zware uitrusting, zoals een loopgraafschep etc.

Dropping van het 505th PIR. Aan de lichter gekleurde parachutes hangen goederencontainers.

Dropping van C Company 307th Airborne Engineering Batallion op DZ 'N' bij Groesbeek.

Tegenwoordig liggen er bij Nijmegen drie bruggen over de Waal. 1 De nieuwste brug 'De Oversteek' loopt over het gebied dat op 20 september 1944 rond 15.00 uur werd bestormd door de 504th. 2 Het 19e eeuwse fort Hof van Holland, met slotgracht. 3 De spoorbrug, waarvan de noordzijde om 17.00 uur werd veroverd door de 504th. 4 De verkeersbrug, de Waalbrug. Om 16.30 uur hadden de paratroopers hem onder vuur toen tanks van de 2nd Grenadier Guards overstaken. Twee werden uitgeschakeld. Een grote verrassing was dat de brug niet werd opgeblazen. De commandant van de verdediging - brigadeführer Heinz Harmel - had explosieven aangebracht, maar Model wilde de brug intact houden voor een tegenaanval.

Toen Harmel de brug toch wilde opblazen, gingen de ladingen niet af. Velen denken dat de jonge student Jan van Hoof op 18 september 1944 de kabels heeft doorgesneden. Hij werd echter gedood op 19 september 1944, dus het verhaal is met hem begraven, maar hij wordt geëerd met een stenen reliëf op de brug.

Jan Jozef Lambert van Hoof (Nijmegen, 7 augustus 1922 - Nijmegen, 19 september 1944) was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Voor de Tweede Wereldoorlog was Van Hoof Verkenner, hij was aanwezig op de Wereldjamboree in 1937 in Vogelenzang. Toen in 1940 de Duitse bezetter Nijmegen bezette, studeerde hij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en kwam hij terecht in het studentenverzet. Tijdens de oorlog bleef hij lid van de padvindersbeweging (Scouting), ook toen dat na 2 april 1941 illegaal was. Na de Tweede Wereldoorlog is het Erekruis van de 'Nederlandse Padvindersraad' omgedoopt tot het Jan van Hoof-kruis.

Als lid van de Geheime Dienst Nederland verzamelde Jan van Hoof maandenlang informatie over onder andere de aangebrachte explosieven bij de Waalbrug en de spoorbrug in Nijmegen. Er is geen hard bewijs, doch men gaat ervan uit dat Van Hoof op 18 september explosieven onschadelijk maakte die aan de Waalbrug waren aangebracht door de Duitsers. Volgens het rapport, uitgebracht in 1951 door een commissie, ingesteld door het Ministerie van Oorlog, was een deel van de springladingen nog intact toen de Britten de brug innamen. Niettemin gaf men Van Hoof het voordeel van de twijfel, omdat de Duitsers wel degelijk springladingen hadden hersteld na sabotage, echter hij kan volgens het oordeel van deze commissie niet als redder van de brug worden aangemerkt. Tevens vermoedde de commissie dat de Duitsers de brug niet wilden vernielen, omdat ze deze nodig hadden voor een eventueel tegenoffensief.

Herdenkingssteen op het Joris Ivensplein, Nijmegen.

 

Op 19 september gaf Van Hoof enkele tekeningen af van Duitse versterkingen rond de Waalbrug bij hotel Sionshof nabij de Heilig Landstichting. Het hotel fungeerde als een verzamelpunt voor geallieerde militairen en oorlogsverslaggevers. Vanaf hotel Sionshof vertrok hij die middag om een verkenningswagen van de Royal Engineers door de Nijmeegse binnenstad te loodsen. Op de Nieuwe Markt (vlak bij de spoorbrug) werd de Humber scoutcar met daarin Lance-Sergeant W.T. Berry (30 jaar) en Guardsman A. Shaw (23 jaar) in brand geschoten. 

Jan van Hoof werd van de wagen geslingerd. Hij overleefde het voorval, maar werd alsnog opgepakt, mishandeld en ter plaatse om het leven gebracht. De herdenkingstegel met de tekst "HIER VIEL JAN VAN HOOF REDDER DER WAALBRUG 19-9-1944" die in 1945 in het trottoir van de lange Hezelstraat hoek Nieuwe Markt werd aangebracht, ligt nu op het Joris Ivensplein. Op de Waalbrug werd, ter herinnering aan de heldendaden van Van Hoof door zijn medestrijders, op 18 september 1945 een gedenksteen onthuld. Deze is geplaatst op de pijler aan de Lentse kant van de brug. Deze gedenksteen, van de hand van Jac Maris, is een natuurstenen gedenksteen met een knielende mannenfiguur in reliëf.

In het verzetsmonument op het Keizer Traianusplein, net voor de Waalbrug, worden allen geëerd die met Jan van Hoof in het verzet vielen voor de bevrijding van Nijmegen. Dit Jan van Hoofmonument is gemaakt door beeldhouwer Marius van Beek, die zelf ook verzetsstrijder was en Jan van Hoof persoonlijk had gekend. Dit monument, een bronzen beeld, bestaat uit een rennende mannenfiguur met vlag en werd door minister Beel onthuld op 17 september 1954, tien jaar na de dood van Van Hoof. De vlag verbeeldt de Nederlandse vlag als nationaal symbool van eenheid en verbondenheid. Omdat er te weinig tijd tussen de opdracht (in februari 1954) en oplevering was, werd in eerste instantie een bronskleurig geverfd gipsen afgietsel onthuld. Bij dit monument vindt in Nijmegen de jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei plaats.

Graf van Jan van Hoof op de begraafplaats te Nijmegen.

Zicht op de Nijmeegse Grote Markt en Stevenskerk met daarachter de overspanning van de spoorbrug. Verderop bij de schoorstenen de plek waar de oversteek plaats vond.

Ter gelegenheid van de 70ste herdenking van Market Garden werd dit buizenframe van een Waco-glider geplaatst aan Klein Amerika te Groesbeek.

Op 20 september 1944 staken soldaten van de 101st Airborne Division in bootjes de Waal over om de voor de operatie Market Garden cruciale Waalbrug te veroveren op de Duitsers. Dat lukte uiteindelijk ten koste van 200 doden.

Het gedenkteken op de noordoever van de Waal voor degenen - zo'n 200 - die de oversteek niet overleefden. Het werd verplaatst toen de nieuwe brug werd aangelegd.

Zicht op de brug van Nijmegen toen en nu. De stad had zwaar te lijden van de oorlog. Eerst bombardeerden de Amerikanen de stad in februari 1944; later beschoten de Duitsers de stad nog vijf maanden na de bevrijding ervan.

De Guard Armd Div begon zijn opmars naar Arnhem op donderdag 21 september 1944 om 13.30 uur, zo'n 18 uur nadat de eerste tanks waren overgestoken. Deze foto toont de Irish Guards om circa 11.30 uur. De tanks werden gestopt bij Elst en de opmars werd voortgezet door de 43rd Inf Div. Onderdelen van de 43rd bereikten de Rijn en sloten zic op de 22e aan bij de Polen.

Een 17 pounder antitankwapen van het 21st Anti Tank Regt, Guards Armd Div bewaakt de toegangsweg tot de Waalbrug bij Nijmegen, nu te zien met fietspad.

Zicht van toen en nu op de brug bij Nijmegen. Terwijl de Guards vertrokken naar de Groesbeekse heuvels kreeg de 82nd een grote tegenaanval te verduren van een Fallschirmjäger Kampfgruppe. Die werd teruggeslgen bij Mook, met hulp van tanks van het 3 Sqn Coldstream Guards. Bij beek was het ook kantje boord toen het 508th PIR uit zijn stellingen werd gedrongen; ze heroverden die op de 21e met tanksteun. De 82nd bleef vechten in de heuvels tot de nacht van 30 september op 1 oktober.